
‘Elk jaar weer die slapeloze nachten’
Verslechterde zorg en onzekerheid over je baan. Door bezuinigen van de overheid maakt woonbegeleider en zorgondernemer Sjoerd* het elk jaar mee en houdt hij zijn hart vast.
‘Mijn collega’s en ik begeleiden verslaafden met psychische problemen. We bieden woonbegeleiding en hulp bij het vinden van een veilig leefklimaat en hun plek in de gemeenschap. Dat doen we voor twintig verschillende gemeenten, die dat financieren uit het gemeentefonds dat weer door de overheid wordt gevuld. Elk jaar weer, vooral na landelijke of gemeentelijke verkiezingen, zien sommige gemeenten de noodzaak om hierop te bezuinigen. In die periodes heb ik echt slapeloze nachten.’
Minder goede zorg
‘Ik maak me vooral zorgen over onze cliënten. Minder geld betekent meestal minder gespecialiseerde zorg. Gemeenten willen minder inkopen en meer zelf doen. Of uit efficiëntie alleen nog maar met een paar grote partijen werken, ook als niemand daar gespecialiseerd is in het begeleiden van (ex-)verslaafden. Terwijl deze mensen juist specialistische zorg nodig hebben. Je moet weten hoe je ze aanspreekt, welke vorm van hulp ze nodig hebben.’
Terugval
‘Verslavingszorg is een vak dat je echt moet leren in opleidingen en door ervaring. Wij herkennen patronen, zien sporen van gebruik en weten goed welke methoden wel en niet aanslaan bij deze doelgroep. Daar ontbreekt het vaak aan bij zorgmedewerkers die niet gespecialiseerd zijn in verslavingszorg. Dat geldt ook voor veel sociaal werkers en vrijwilligers van de gemeente, die geweldig werk doen maar meestal niet zijn uitgerust om verslaafden goed te begeleiden. Ik heb meegemaakt dat cliënten die niet meer de juiste zorg kregen van de radar verdwenen en zo terugvielen in hun verslaving.’
‘Minder geld betekent minder zorg’
Kalm blijven
‘Baanverlies voor zorgmedewerkers is de andere grote zorg. Twee jaar geleden, toen een grote gemeente het contract met ons opzegde, vonden we pas op het allerlaatste moment een manier om toch nog met het hele team door te kunnen werken. Nu lijkt een andere gemeente te gaan bezuinigen. Ik weet nog niet welke gevolgen dat gaat hebben. Grote zorgen dus, maar mijn collega’s blijven kalm. Ik merk dat ze juist creatief worden in het meedenken hoe we voor onze cliënten kunnen blijven zorgen. Misschien voelen ze wat ik ook voel: dat er in de zorg momenteel genoeg werk is. Maar de zorgen die we voor onze cliënten hebben, blijven.’
* Niet zijn echte naam, die is bij de redactie bekend.
