‘De vele kleine incidenten zijn één groot probleem geworden’
Doktersassistent Selma (29)* wordt niet serieus genomen op haar werkplek. Collega’s kijken op haar neer vanwege haar functie. Het zorgt voor zoveel wrijving dat het haar werkplezier in de weg staat. ‘Ik ben er soms misselijk van.’
‘Sinds twee jaar werk ik bij een huisartsenpost. Ik houd van mijn werk. Het gaat vaak om spoedgevallen, en ik moet als eerste uitvogelen wat er met iemand aan de hand is en wat er moet gebeuren. Dat is uitdagend en het maakt mijn werk afwisselend. Maar de laatste tijd lig ik wekelijks in de clinch met collega’s. Vele kleine incidenten zijn één groot probleem geworden.’
Hiërarchie
‘Het probleem is dat mijn collega’s nogal hiërarchisch zijn ingesteld. Als doktersassistent heb je geen hoge functie, dus wordt mijn input niet serieus genomen. Zo kwam bijvoorbeeld een patiënt aan de balie. Hij zweette heftig en had een opgezette keel en dikke lippen. Volgens het ABCDE-protocol “patiënt niet stabiel” vraag ik de triagist de patiënt te onderzoeken in een onderzoekskamer. Ze beet me toe dat ik dat toch zeker niet bepaal en weigerde.Ik vind dat problematisch, die protocollen zijn er juist voor ieders veiligheid! Iets soortgelijks gebeurde toen ik een nachtdienst had. Een patiënt meldde zich, ik beoordeelde dat de spoedarts hem moest onderzoeken. Die antwoordde kort: “En dat besluit jij zeker? Laat me slapen.”’
Geen gehoor
‘Als zo’n conflict is ontstaan probeer ik het later met de collega te bespreken. “Waarom reageerde je zo?” Dat wordt dan meteen weggewuifd. Je houdt dezelfde dynamiek: ook in zo’n gesprek word ik niet serieus genomen. Ik heb daarom aan mijn teamleider gevraagd te bemiddelen. Maar die zegt: “Ik ben geen kleuterjuf, los het op met elkaar.” Ook dat gaat dus niet.’
‘Mijn teamleider weigert te bemiddelen’
Nog geen oplossing
‘Door de hele situatie ben ik het plezier in mijn werk kwijt. Het is zwaar. Aan het eind van een shift heb ik vaak een naar gevoel, ik ben er soms misselijk van. Ik ben maar meer nachtdiensten gaan doen, zodat ik minder met collega’s te maken heb. Ik hoop dat mijn teamleider vervangen wordt – het is duidelijk dat ons team nu niet goed functioneert – en dat een ander wel ingrijpt. Ik zie niet in hoe de situatie anders zal verbeteren.’
*Niet haar echte naam, die is bij de redactie bekend.